April 1814 willen laten blijken) verslag te doen. Ten 7½ ure werd voornoemde Parlementair met alle eer, zonder geblinddoekt te zijn, in ’t rijtuig van den Inspecteur der douanen Vimont, die Z.Ed. in ’t zelve vergezelde onder bedekking van 4 gens-d’armes te paard weder van hier naar Farmsum uitgeleid. De man, welke deze morgen met zijn paard en wagen is vertrokken, retourneerde dezen avond na den geheelen dag tusschen hier en Appingedam rondgezworven te hebben en waarop men 3 stukken kanon dezer wallen, wiens kogels hem op geene 15 passen na passeerden, gelost had, weder voor de poort en liet door zijne vrouw den commandant dezer vesing (uithoofde men hem aan de andere zijde volstrekt niet had willen aannemen) vriendelijk verzoeken hem wederom alhier binnen te laten; ’tgeen hij bepaald weigerde, waardoor deze arme oude man in een beklagenswaardige toestand begragt is, doordien hij genoodzaakt zal zijn den a.s.den nacht met zijn paard en wagen onder den blooten hemel te moeten doorbrengen en wie weet hoe het nog morgen met hem afloopt? 12 Dinsdag. Voornoemde man kreeg heden met oneindig veel moeite permissie om weder hier binnen te komen, zijnde hij reeds tot in Holwierda geweest, alwaar hij door den gewezen Maire van Ter Boer, Harm Boer, thans capt. bij het belegeringscorps, was afgewezen uit hoofde eener order van Z.D.H. den prins van Oranje, welke uitdrukkelijk verbood om geen sterveling, hetzij déserteur of anders uit Delfzijl aan te nemen. De dag van heden liep tamelijk rustig af, doordien er maar een enkel kanonschot gedaan is. Verders werd heden bekend, dat de rations vleesch voor het garnizoen, hetgeen anders 2 £ voor de 4 dagen was, thans op de helft verminderd waren, hetwelk, zoo men zegt, tegen den avond reeds gemorrel onder het volk heeft verwerkt, hetgeen zich bevestigde, doordien den ganschen avond een patrouille van gens-d’armes zoo te voet als te paard langs de straten patrouilleerden. 13 Woensdag. Heden viel er niets bijzonders voor, als dat in den namiddag zeer sterk van deze batterijen naar de zijde van Weiwert en Heveskes geschoten werd. 14 Donderdag. Gepasseerden nacht ten 3 ure deed een colonne van ca. 300 man, uit Zwitsers, Douanen en gensd-’armes bestaande, langs den dijk van het blokhuis een uitval, welke zoo gelukkig uitviel, dat men het heden op aller gezigten konde lezen, dewijl allen de hoofden lieten hangen. De voorn. colonne op voorgemelden tijd, hoewel in alle stilte hier uitgetrokken, heeft de waakzaamheid der belegeraars niet kunnen ontgaan, de avant-garde, uit 4 Zwitsers bestaande, na welligt niet meer dan 4 á 500 passen buiten deze vesting zijnde, met een Halt ! Werda! wordende aangeroepen, gaven daarop ten antwoord: "Zwitsersche deserteurs" waarop de anderen terstond vuur gaven en wel met dat gelukkig gevolg, (...)
|