vorige

Index

Dagboek "Het Beleg van Delfzijl"

8 November 1813 - 4 mei 1814
door Pieter Jan Vos


Pagina 30


forward

 

April 1814

en die van de andere zijde mede van daar vertrokken. Ten 6 ure werd er, gelijk dezen middag, wederom bij voortduring onder het wapperen van vlaggen sterk van de Engelsche brikken geschoten. Eenige Zwitsersche soldaten zeiden, dat zulks wegens het innemen van Parijs geschiedde, hetgeen men hen aan de molens gezegd had. Hedenavond werd aan den Zwitserschen officier der Voltigeurs den sabel ontnomen, dezelfde die de escorte van heden naar de molens gecommandeerd heeft en daarop arrest forcé aangezegd, uithoofde hij zijne manschappen had toegelaten communicatie met die van de andere zijde te houden.

10 Zondag. Heden dik van mist en niets voorgevallen als eenige schoten op de Eems gehoord. Verders dat 2 kanonneerbooten uit de haven van Termunterszijl kwam en dat de scheepjes van gisteren nog bij Continuatie op de zelfde plaats aan den dijk liggen. Overigens is er op dit oogenblik nog niet het geringste van het congres van gisteren uitgelekt.

11 Maandag. Hedenmorgen kregen de burgers, welke men gepasseerden Vfijd. had aangezegd, dat hunne paarden ten getale van 10 stuks dezen morgen ten 10 ure deze plaats moesten verlaten, aanzegging, dat dezelve wegens eene nadere décisie hiervan vrijgesproken waren, daarentegen dat diegene welke het zijne of de zijnen buiten deze plaats wilde zenden daartoe verlof van den commandant kon bekomen, waarvan niemand wilde profiteeren als een bejaard man, Heike Harms, welke ten 10 ure met zijn paard en wagen deze plaats verliet. Ten 2 ure vertrok van hier een Parlementair, welke, na zijn dépeche aan de voorposten te hebben overhandigd, reeds teen 2½ ure retourneerde. Omstreeks 3 ure vielen er eenige schoten met los kruid, zoowel kanon- als geweerschoten uit het dorp Heveskes, alwaar ik veronderstel dat de troepen zich geëxerceerd zullen hebben. Eenigen tijd daarna zag men de Majoor Lebel en de Zwitsersche Colonel zich naar het Kostverloren begeven en terstond daarna werd er een hevig kanonvuur met scherp van dezelver batterijen op voornoemd dorp, Weiwert, op eenige manschappen op den dijk zoo mede op een Engelsche longboot gelost, ’tgeen meer dan 1½ uur duurde. Ten 5½ ure kwam een Parlementair van Appingedam binnen deze vesting, welke geblinddoekt tot het arsenaal, het logement van den Majoor Lebel, gebragt werd, waarop dadelijk de Capitein der Genie langs deze wallen en batterijen te paard in volle galop rondreed, zeker om de noodige orders tot het staken met schieten te geven. Overigens was deze, gedurende dat de Parlementair binnen was, met zijn paard gedurig ambulant, dan eens buiten de poort, dan eens bij den commandant en dan weder in het arsenaal, zekerlijk om van tijd tot tijd aan den commandant (die, uithoofde het reeds ver nademiddag was, zeker als naar gewoonte terdege beschonken zal geweest zijn en wien zulks aan den Parlementair niet heeft (...)


Gebruik s.v.p. het contactformulier voor vragen en opmerkingen Pagina 32
Scan(s): 33