vorige

Index

Dagboek "Het Beleg van Delfzijl"

8 November 1813 - 4 mei 1814
door Pieter Jan Vos


Pagina 25


forward

 

Maart 1814

Appingedam. - Omstreeks 1½ ure na den middag kwamen de afgevaardigden alhier weder terug, waarop nog dezen namiddag wederom een Parlementair van hier vertrok, welke eerst hedenavond ten 10 ure retourneerde.

April 1 Vrijdag. Hoewel ik alle mogelijke nasporingen deed teneinde te vernemen wat het doel en de uitslag van het congres geweest is, zoo is alles tot op dit moment vruchteloos, dewijl hierover de strikste geheimhouding in acht genomen schijnt te worden, daar er niet het geringste van uitlekte. Hedenmiddag arriveerde weder een Parlementair van Appingedam, zijde de heer P.M.Kayzer. Deze geblinddoekt zijnde, werd aan deszelfs vader de gratie bewezen hem weder van de Pastorij tot aan de voorpost te mogen uitgeleiden.

2 Zaterdag. Hedenmiddag gingen van hier uit als Parlementairs in een wagen, bespannen met vier paarden, de colonel der Zwitsers en de capt.supérieur der Genie, Cairette, onder eene bedekking van 10 gens-d’armes en voorafgegaan door een trompetter en 3 douanen te paard, met intentie tot aan Appingedam te gaan; doch tot aan Tuikwert genaderd zijnde, moesten zij aldaar voor eerst vertoeven, dewijl van daar eene expresse naar Appingedam werd afgezonden, waarop de kolonel M. Busch in persoon bij hen te Tuikwert wkam, met wien zij, volgens informatie, een mondgesprek hielden, zonder eens een foet uit het rijtuig gezet te hebben en waarna dezelve al spoedig hier terug kwamen. Tegen den avond zag men een Engelsche brik door het Gatje naar de Knock opzeilen, door nog eene gevolgd wordende, welke echter tegen over Riesum aan den grond geraakte. Vervolgens kreeg men bericht, dat morgen een Parlementairschip naar Emden zou vertrekken, waarop ik niet verzuimde mij terstond bij den commandant als tolk bij de Engelsche brikken aan te bieden, waartoe ik echter door het voorgaande geval niet dan met bijzonder veel moeite en door de tusschenkomst van den commandant Gombaud permissie verkreeg.

3 Zondag. Hedenmorgen ten 5½ u. begaven wij, de oud-commandant van Emden, Gombaud, 1 officier der Marine, Gamin, een Fransch Apotheker, alsmede eenige manschappen der douanenbooten ons aan boord van het schip van Reinder Lemmerts en ten 6 ure verlieten wij de haven. Tot digt aan de bij de Knock gestationneeerde Engelsche Brikken genaderd zijnde, zond men van dezelve een longboot met 1 officier en eenige manschappen bij ons aan boord, welke, alvorens de noodige ondervragingen gedaan te hebben, ons tusschen de brikken deed ankeren en van ons vertrek om de comm. rapport uit te brengen, welke zich eenige oogenblikken daarna in persoon van zijn schip uit de Knockster haven aan boord van een der brikken begaf. Vervolgens kwam 1 der Engelsche officieren den commandant Gombaud, de Luitt Garriels en mij afhalen (...)


Gebruik s.v.p. het contactformulier voor vragen en opmerkingen Pagina 27
Scan(s): 28