Januari 1814 houtschuur af te breken, waarvan het kleinhout en al het overige door de Zwitsers met een slede alhier werd binnen gebragt, welke hetzelve vervolgens opbrandden. 16 Zondag. In den vorigen nacht omstreeks 1½ u. werd ik gewekt door een hevig kanon- en musketvuur, hetwelk tot den middag duurde. Vervolgens bragt men uit de omstreken van Weiwert eenige schapen en van Geefsweer een Pruisische kanonnier van de Landwehr als krijgsgevangenen hier binnen. Vevolgens werd de gedeserteerde en teruggekregen Zwitser, na zeer plegtig door alle de Supérieuren der Zwitsers onder den blooten hemel gevonnisd te zijn, doodgeschoten. 17 Maandag arriveerde een parlementair van Appingedam tot aan de buitenwacht, welke aldaar zijn depèche overreikte aan een Adjudant, die dezelve hier binnenbragt. Tegen den avond hoorde men sterk schieten aan de buitenwacht benoorden Delfzijl, vervolgens deed men drie schoten hier van de wal. 18 Dinsdag. Des morgens omstreeks 7 ure horde men vele wagens rijden en ten 8 ure hoorde men reeds eenige hevige kanonnades van beide zijden met grof en klein geschut. Ongeveer 9 uur zag men de wagen met turf beladen terugkomen, hetgeen gehaald was uit de boerderij van Pieter Jacobs. Tegen het vallen van den avond kwam de troep weder binnen, waaronder zich 10 á 12 geblesseerden bevonden. Vervolgens werd geproclameerd, dat alle tezamenloopingen of vergaderingen, zoo in koffij- als particuliere huizen of op straat, van meer dan drie personen op zware straffen werd verboden. Des avonds omstreeks 9 ure zag men de beide boerderijen buiten de Landpoort, de eene toebehoorende aan I.L.Schoonbeek en de andere aan den landbouwer Pieter Jacobs, in laaie vlam en brandden tot den grond af. 19 Woensdag vielen hier van de wal eenige kanonschoten; vervolgens werd geproclameerd, dat niemand hoegenaamd en onder welk voorwendsel ook, zich na vijf ure mogt laten zien en dat diegene, welke men na dezen tijd mogt aantreffen, dadelijk in de gevangenis zoude worden gebragt. 20 Donderdag. Des morgens deed men hier van de wal eenige schoten. 21 Vrijdag maakte men preparatiën (door het passen van balken tusschen de sluisdeuren) om het water naar binnen te laten loopen. 22 Zaterdag vielen alhier van de wal eenige kanonschoten op eenige manschappen op den dijk tegen Weiwert. 23 Zondag, 24 Maandag, 25 Dinsdag. Gedurende deze dagen werkte men aanhoudend aan de sluisdeuren. Vervolgens werd op order van den commandant door den Maire aan Vader bekend gemaakt, dat hij dadelijk de noodige middelen in het werk moest stellen, om het nieuwe tjalk- (...)
|