Pieter Jans VOS werd 22 mei 1788 te Delfzijl geboren als zoon van Jan Jans VOS en Jantien Roelfs. Zijn vader, geboren te Delfzijl 4 November 1755, was een zeer welgesteld man; hij bezat buiten zijn huis aan de Waterpoort in de stad een scheepswerf en een tichelwerk (steenbakkerij) "Concordia", een buiten en een boerderij. Zijn moeder Jantje Roelfs was als weduwe van Jan Derks van Bellingwolde den 30 Mei 1784 te Delfzijl met Jan Jans VOS getrouwd; zij overleed echter reeds 15 December 1794, waarna Jan Jans VOS den 14 April 1796 hertrouwde met Trijntje GROENEBOOM, geboren 22 April 1761, weduwe van Albert Blinck. Pieter Jan Vos werd voor de handel opgeleid en ging daartoe op jeugdige leeftijd naar Embden, waar hij zich voornamelijk toelegde op het cargadoorsvak, het in- en uitklaren van schepen enz. Teruggekeerd in Delfzijl dreef hij aldaar een cargadoorszaak en houthandel, werd tevens consul van Zweden en in 1841 burgemeester. Hij was zeer muzikaal, teekende veel aquarellen, liefhebber van bloemen en tuinieren, vrolijk en opgewekt van aard en werd in zijn jonge jaren "Mooie Pijt" genoemd. Op 18 Juli 1810 trad hij te Emden in het huwelijk met Mingste Christina VOSS (geboren te Emden 22 Maart 1789, dochter van Lambertus VOSS, ontvanger der registratie te Emden en Johanna Süsmilch), die hem vóór het beleg twee zoons schonk: 1) Jan Petrus VOS, geboren22 Mei 1811Uitleg/note over deze tekst Deze datum is onjuist. Jan Petrus Vos was geboren op 24 Mei 1811, later koopman in oliën en hout, en 2) Mr. Lambertus Johannes VOS, geboren 11 April 1813, later rechter te Appingedam. P.J. VOS bewoonde reeds in 1813 het huis in de Landstraat No. met grooten tuin, uitziende op een hoogte, de Molenberg genaamd. Hij is de schrijver van het hiernaa volgend DAGBOEK. Het manuscript, dat jaren lang zoek is geweest, werd in 1902 teruggevonden in een brandkast in het gebouw der Directe belastingen te Maastricht, vermoedelijk daarin geborgen door zijn schoonzoon E.B.J. Moise de Chateleux, ontvanger der Directe belastingen te Maastricht, gehuwd met Jantina Roedolfina VOS. Vandaar is het manuscript overgebracht naar de archieven te Groningen. Een lezenswaardig uittreksel van dit dagboek, van de hand van Mr. A.T. Vos, komt voor in de Groninsche Volksalmanak 1904, p. 199. Verdere literatuur over het beleg in: | 1. | T.R. van Streun, "Kronijk van Delfzijl"- 1862. | 2. | Van Heyningen Bosch: "De blokkade van Delfzijl 1813-1814", voorlezing voor de verdere literatuur over het beleg in: "Het metalen kruis" - Verschenen 11-11-1863. | 3. | "Het dagverhaal van de blokkade van Delfzijl in 1813-1814 van den heer kol. Busch", opgenomen in "Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkunde van de Prov. Groningen", Dl.I pp.317-363. | 4. | F.A.H. Sabron, "De blokkade van Delfzijl"- Breda 1906. | 5. | S. van Aangium (alias Dr. H. Steen): "Het laatste slachtoffer" - uitg. J. Niemeijer, Groningen 1948 (geromantiseerd). |
|