![]() |
20 april 1853 - 22 april 1853 |
![]() |
||
![]() |
||||
woensdag 20 april 1853Al wederom de laatste dag. MarcusMarkus van der Tuuk (1816-1890)Abrahams zwager, Marcus van der Tuuk. Abraham noemt hem zowel "Marcus" als "Markus". Woonplaats: Veendam. ![]() Overleden: zaterdag 15 februari 1890 te Westerdiep, Veendam, Groningen Beroep: Advocaat en Procureur te Veendam, Lid van de Gemeenteraad van Veendam, Lid van de Provinciale Staten van Groningen, Raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Groningen, Procureur bij de arrondissementsrechtbank te Winschoten (vanaf 1847 tot 1851), Procureur (vanaf 1853 tot 1863) Ouders: Michael van der Tuuk (1781-1842), Ellegonda Durandina Dijck (1783-1851) Echtgenote: Wobbina Brechtina van der Tuuk (gehuwd 8 mei 1851) Kinderen: N.N. (1853-1853), Ellegonda Durandina (1855-1858), Fedde (1857-1916), Ellegonda Durandina (1859-1948), MichaĆ«l (1861-1863), Geeske (1863-1865) moest naar Winschoten, maar Offers kwam reeds vroeg om nog afscheid te nemen. Na zijn vertrek gingen wij de laatste uren doorbrengen bij Tante vd TuukTuuk, Tante van der Tante van der Tuuk. Waarschijnlijk Lambarta Atia van der Tuuk, moet nog uitgezocht worden. en van SlootenGerhardus Tammerus van Slooten (1799-1884) Een oom van Abraham. Hij noemt hem "Oom van Slooten" maar ook "Oom van Sloten" (met enkele "o"). ![]() Overleden: dinsdag 18 maart 1884 te Wildervank, Veendam, Groningen Beroep: Medicinae Doctor te Wildervank, Doctor in de vroedkunde (vanaf 1826 tot 1837), Medicinae Doctor (vanaf 1828 tot 1884) Ouders: Tammo Tammens van Slooten, Dorothea Alegonda Oomkes (-1804) Echtgenote: Lambarta Atia van der Tuuk (gehuwd 24 november 1823) Kinderen: Romelia (1826-1868), Jatje (1828-?), Markus van der Tuuk (1831-1858), Adamus Oomkens (1837-?) en toen stapte ik met Romelia vd TuukRomelia van der Tuuk Abraham refereert altijd aan zijn echtgenote als "Romelia" of zelfs kortaf "R". Maar een paar keer schrijft hij expliciet "Romelia van der Tuuk". Dus waarschijnlijk is dit een andere Romelia van der Tuuk? In de familiestamboom komt één andere "Romelia van der Tuuk" voor: Romelia Atia van der Tuuk, dochter van Marcus van der Tuuk (1744-1814) en Romkjen (of Romkje) van Terwisga (1754-1798). ( die eenige weken bij Crisje WeijmanChristina Margaretha Weijmar (1816-1873) Christina (of "Chrisje" zoals Abraham haar noemt) is de dochter van Barend Jan Weijmar en Jacoba Margaretha de Jong (oftewel "mevrouw Munting"). Na het overlijden van Barend Jan Weijmar is Jacoba hertrouwd met Willem Nicolaas Munting. Zowel Christina Margaretha als haar moeder Jacoba Margaretha zullen zijn naam aangenomen hebben, en voeren dus ook als achternaam "Munting". ![]() Overleden: vrijdag 4 april 1873 te Leiden, Zuid-Holland Ouders: Barend Jan Weijmar (1764-1823), Jacoba Margaretha de Jong (1783-1853) [of Munting? Het staat door elkaar geschreven]Transcriptie aantekening Twijfel of onzekerheid aangegeven in transcriptie. zal gaan logeren) in de diligenceDiligence Diligence: 1) Een door paarden getrokken wagen 2) Geveerde postkoets ![]() donderdag 21 april 1853op de diligenceDiligenceDiligence: 1) Een door paarden getrokken wagen 2) Geveerde postkoets ![]() Stoomboot/schip gaande, waren wij wel genoodzaakt om het gure weder, meest in de kajuit te blijven. Nogtans was onze reis voorspoedig, zoodat wij te 3 uren reeds te A[msterdam] waren en met de treinTrein Trein: Het is grappig om te zien wanneer Abraham begint per trein te reizen: een nieuwe uitvinding in zijn tijd! Abraham noemt het ook wel "Spoortrein". In 1765 werd in Engeland de stoommachine uitgevonden om te gebruiken in fabrieken. In 1804 zette een Engelse uitvinder voor het eerst wielen onder de stoommachine. Dat was eigenlijk de eerste trein. In 1830 werd de eerste spoorlijn van de wereld geopend. Dat was ook in Engeland. Daarover reed de Rocket met een snelheid van 50 km. per uur. Bron: spreekbeurten.nl ![]() Christina (of "Chrisje" zoals Abraham haar noemt) is de dochter van Barend Jan Weijmar en Jacoba Margaretha de Jong (oftewel "mevrouw Munting"). Na het overlijden van Barend Jan Weijmar is Jacoba hertrouwd met Willem Nicolaas Munting. Zowel Christina Margaretha als haar moeder Jacoba Margaretha zullen zijn naam aangenomen hebben, en voeren dus ook als achternaam "Munting". ![]() Overleden: vrijdag 4 april 1873 te Leiden, Zuid-Holland Ouders: Barend Jan Weijmar (1764-1823), Jacoba Margaretha de Jong (1783-1853) kwam zelf haar gast afhalen. vrijdag 22 april 1853Na onderscheiden brieven geschreven te hebben, hadden wij smiddags KerkeraadKerkeraadDe kerkenraad is het bestuur van een lokale protestantse kerkelijke gemeente. Theoretisch gezien staat de kerkenraad boven de predikanten. De kerkenraden zijn afgeleid uit het nieuwe testament waar de ambten worden genoemd. Er waren oudsten met verantwoordelijkheid voor het zuiver houden van de Kerk (leer en leven) en oudsten die bovendien het Woord moesten bedienen. Na hervorming vanuit de katholieke kerk werden door Johannes Calvijn ambten ingesteld. Een van hun taken was de controle van de predikant. De predikant moest schriftuurlijk prediken. Een kerkenraad bestaat vaak uit de ouderlingen en diakenen van een gemeente, de predikant, en soms kerkvoogden (in de Protestantse Kerk in Nederland heten zij kerkrentmeesters). Bron: wikipedia.org.s Vergadering. De huiszittenhuis zaakHuiszittenhuis kwestie Het "Huiszittenhuis" en de "Huiszittenhuis kwestie" Kerk en overheid werkten samen in het Huiszittenhuis aan de bedeling van armen (de "huiszitten"). Bestuurders werden voor de helft door de stad benoemd (regenten) en voor de helft door de kerk (diakenen). De stad gaf subsidie, de uitvoering lag in handen van de Hervormde diaconie. Echter, tussen gemeenteraad en diaconie boterde het niet. De gemeenteraad vond de armenzorg te duur en niet effectief genoeg. In juni 1848 liep het helemaal fout. Thorbecke en de armenzorg Het college van B&W wilde uit onvrede met het gevoerde beleid de door de kerk benoemde diakenen uit het Huiszittenhuis aan de Oude Rijn verwijderen. Daarbij vielen rake klappen. De zaak was verhard door de principiële opstelling van de liberale raadsleden onder aanvoering van J.R. Thorbecke. Hij stelde dat de armenzorg bij de overheid thuishoorde en niet bij de kerk. Thorbecke kon als regeringsleider deze ideeën niet verwezenlijken: zijn kabinet viel door de antikatholieke en antiliberale Aprilbeweging van 1853. staat nu op 't punt van geeindigd te worden. Ik heb het er echter nog druk mede (...) |
||||
|
||||
|