![]() |
31 maart 1842 - 3 april 1842 |
![]() |
||
![]() |
||||
donderdag 31 maart 1842'S morgens hadden wij bij ons aan huis redactie vergadering die ons veel inspanning en drukte opleverde. Intusschen alles kwam toch in orde; boekenverkooping, distributie van recensies en rangschikking der stukken in den volgenden Jaargang. Tot de finantieeleWoonplaats: Groningen. ![]() Overleden: zaterdag 30 juli 1881 te Bad Eilsen, Duitsland Beroep: Predikant te Hontenisse (vanaf 1826), Predikant te Deventer (vanaf 1829), Predikant bij de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Groningen (vanaf 1831 tot 1881) Ouders: Claudius Henricus van Herwerden (1766-1820), Sara Maria Wolterbeek (1778-1830) Echtgenote: Scatine Hendrike Wichers (gehuwd 15 augustus 1826) koffij. 'S namiddags bleef ik bij moederJohanna Dorothea Rutgers (1779-1859) De moeder van Abraham. Woonplaats: Groningen. ![]() Overleden: vrijdag 2 december 1859 te Groningen, Groningen Ouders: Abraham Rutgers (1751-1809), Suzanna Maria van Pabst (1753-1824) Echtgenoot: Abraham Schim van der Loeff (gehuwd 9 november 1802) Kinderen: Manta Meijndert Schim (1803-1870), Suzanna Maria (1804-1828), Sara Elizabeth (1806-1837), Abraham (1808-1885), Jacobus Cornelis (1809-1870), Paulus Adrianus (1811-1866), Maria Catharina Jacoba (1812-1882), Matthias Jacobus (1814-1843), Dorothea Lydia Louisa (1816-1894), N.N. (1818-1818), Johan Gaspar (1818-1821), Geertruida Catharina Maria (1820-1890), Margaretha Wijnanda (1822-1901) thuis en bragt 's avonds voor haar met JakobJacobus Cornelis van der Loeff (1809-1870) Een broer van Abraham. Abraham noemt hem zowel "Jakob" als "Jacob", soms zelfs op dezelfde dag (zoals 29 juni 1848). Woonplaats: Stadskanaal. ![]() Overleden: vrijdag 24 juni 1870 te Stadskanaal, Groningen Beroep: Ontvanger der Directe belastingen te Stadskanaal, Luitenant Kwartiermeester bij de mobiele Groninger Schutterij (1836), Veeneigenaar (vanaf 1840 tot 1847), Ontvanger van de Veenen aan het Stads-kanaal (1850), Zaakwaarnemer (1870) Ouders: Abraham Schim van der Loeff (1778-1839), Johanna Dorothea Rutgers (1779-1859) Echtgenote: Catharina Johanna Elisabeth Haack (gehuwd 13 november 1840) Kinderen: Abraham (1841-1879), Jacoba Folkera Alyda (1843-1919), Daniel Matthias (1844-1914), Johan Theodoor (1846-1885), Jan Willem (1849-1889) hare finantieele zaken in orde. Eene regt plaizierige familieavond was dit. Ik besloot (...) vrijdag 1 april 1842dien nacht maar op te blijven, daar ik mij nog moest voorbereiden voor de huwelijksinzegening van Janssonius. Te 5 uur ging ik in de Winschoter schuitSchuitSchuit: In de tijd van Abraham nam men regelmatig een boot/schuit, bijv. als hij naar Veendam ging. Zo was er een "Winschoter schuit", "Veendammer schuit" enz. en had nog al een tamelijk onderhoudende reis. Te Zuidbroek ging ik er uit en had de dwaasheid van hier geen rijtuig te nemen schoon het weder zeer slecht was. Ik werd dan ook met mijne bruiloftskleederen door nat en kwam zeer verdrietig te Veendam. Na hier mijne kleeren gedroogd en gegeeten te hebben, ging ik te 10 uur met MarcusMarkus van der Tuuk (1816-1890) Abrahams zwager, Marcus van der Tuuk. Abraham noemt hem zowel "Marcus" als "Markus". Woonplaats: Veendam. ![]() Overleden: zaterdag 15 februari 1890 te Westerdiep, Veendam, Groningen Beroep: Advocaat en Procureur te Veendam, Lid van de Gemeenteraad van Veendam, Lid van de Provinciale Staten van Groningen, Raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Groningen, Procureur bij de arrondissementsrechtbank te Winschoten (vanaf 1847 tot 1851), Procureur (vanaf 1853 tot 1863) Ouders: Michael van der Tuuk (1781-1842), Ellegonda Durandina Dijck (1783-1851) Echtgenote: Wobbina Brechtina van der Tuuk (gehuwd 8 mei 1851) Kinderen: N.N. (1853-1853), Ellegonda Durandina (1855-1858), Fedde (1857-1916), Ellegonda Durandina (1859-1948), Michaƫl (1861-1863), Geeske (1863-1865) naar 't gemeente huis om de trouwing bij te wonen; te 7 uur was de inzegening. Wij bleven dien avond ten bruiloftsmaaltijd en hadden nog al tamelijk plaizier. 'S nachts te 2 uur ging ik naar bed en sliep dien nacht op zooveel drukte uitmuntend. zaterdag 2 april 1842Iedse bragt mij met de chaisChaisChais(e), ook wel "Sjees" of "Friese kapsjees" genoemd. ![]() waar ik alles in den besten welstand wedervond. Het overige van dien dag besteedde ik om mij te praepareeren voor zondag. zondag 3 april 1842Ik predikte met opgewektheid over Thomas. 'S namiddags na de kerk bij Prange en Taaij. |
||||
|
||||
|