Aan mijn hooggeachte vrienden Rutgers van der Loeff op hunne gouden Bruiloft. 2 Febr.1885
U mijn heilgroet op Uw feestdag, U mijn kunstloos lied! Wat ik immer mogt vergeten, De oude vriendschap niet.
Trots het wentlen veler jaren Bleef zij ongedeerd, Door geen afstand ooit verbroken, Door geen tijd verweerd.
’K jubel mee, waar allen juichen Met vereenden geest: „Heil van boven” ’t achtbre Bruidspaar, „op hun gouden feest!”
Eens bond trouw hun harten zamen Voor het echtaltaar; Dankbaar wordt die band gezegend, Nog na vijftig jaar.
’s Heren hand heeft dien bevestigd En hun huis gebouwd; ’t Groen werd koper, ’t koper zilver, ’t Zilver kostlijk goud.
Deze tekst gaat verder op de volgende pagina.
|