Voorzeker, gij hebt reden om te danken Gelukkig echtpaar! dat op dezen dag, Omringd van zooveel kroost en kind’ren van uw kind’ren Een nameloos gevoel van weelde smaken mag.
Wij deelen in die vreugde met al uw vrienden; Voor ons ook is tot danken rijke stof; Gij beiden hebt in ’t harte van ons beide U zelven steeds bereid den allerhoogsten lof.
Uw vriendelijke woning stond steeds open Voor mijne vrouw, van hare jeugd af aan, Aan U, den bruidegom! dankt zij hare eerste schreden Op ’t moeilijk pad der godsvrucht schoone baan.
En toen vĂ³or bijna vijf en twintig jaren, Mijn weg als leeraar herwaarts werd geleid, Waart gij mijn steun, mijn hulp, mijn altijd trouwe raadsman, En heeft heel uw gezin door vriendschap mij verblijd.
Daarom verheugen we ons van heeler harte In ’t heuglijk gouden feest, dat gij nu vieren moogt; En worde U het genot, zoo onuitspreek’lijk heerlijk Door ’t warme vriendenhart nog rijkelijk verhoogd!
Blijft samen altijd jong, al klimmen ook de jaren, Dat niets uw levenszon verduist’re, u bedroev’... Ons welt de wensch uit ’t hart: ( en God verhoor die bede ) Lang leve met hun kroost het echtpaar van der Loeff!
Leiden 2 februari 1885 | J Lokagen[?] en echtgenoote |
Note: Het is niet duidelijk wie de maker van deze pagina is
|