Ontboezeming
2 Februari 1885
Sprokkelmaand zoekt dorre blaren, Doode twijgen arm en kaal, Kleume bij het saamvergaren Hunkrend naar een zonnestraal! In den lichtglans van ’t verleden Tooit ze toch, gezegend paar! Met haar feestkrans ’t zonnig heden Van Uw gouden jubeljaar. Welk een rijkdom, welk een zegen! Vrucht van zorgen onverpoosd! Welk een dankstof vloeit U tegen Van Uw rijk bevoorrecht kroost! ’k Hoor den danktoon nog der schare ’k Zie, hoe ze aan Uw lippen hing, Als zij van de blijde mare Heel den rijke troost ontving ’t Klinkt luide op verre waatren Langs de kade en op de zee Als de Janmaats wuivend schaatren U ter eere een blij Hoezee! Meer dan Vader, meer dan Moeder Redder van het verwaarloosd kind, Dat in U een trouwen hoeder In zijns levens morgen vindt! Zelfs in sombre kerkerwanden Waar het misdrijf wordt geboet, Brak Uw liefdestem de banden Van zoo menig stug gemoed! Brenge het Noorden ook deez’ bede! Vriendschap spreek van jaren her! ’s Heeren eeuwge trouw en vrede Blijve Uw lichtende avondster!
E van Loon en Echtgenoot
Note: Het is niet duidelijk wie de maker van deze pagina is
|