|
|
Vergrijsd en steeds verjongd, bij ’t onvermoeide streven voor plicht en volksbelang op d’aangewezen post, wie gunde U niet Uw rust op d’avond van uw leven? wie ziet U niet met leed door andren afgelost? Maar wat U op deez’ aard als werkkring ook moog lusten ’t worde werkzaamheid bij rust, ’t is rust in werkzaamheid in ’t geen Gods hand beschikt, blijmoedig te berusten was steeds Uw levensleus, Uw leus Uw zaligheid.
Da Costa zij gevolgd B.Th.W. van Hasselt
|