woensdag 23 juli 1884's Morgen nog vóór wij van onze heerlijke nachtrust opgestaan waren, waren MantaManta Rutgers van der Loeff (1848-1889) Een zoon van Abraham. Woonplaats: Leiden, Almelo. Geboren: zaterdag 26 augustus 1848 te Leiden, Zuid-Holland Overleden: vrijdag 18 januari 1889 te Kerk-Avezaath, Buren, Gelderland Beroep: Nederlands Hervormd predikant, laatstelijk te Kerk-Avezaath, Predikant te Barchem (1872) Ouders: Abraham Rutgers van der Loeff (1808-1885), Romelia van der Tuuk (1813-1886) Echtgenote: Maria Elisabeth Adriana Fockema (gehuwd 2 oktober 1872) Kinderen: NicolaĆ¼s (1874-1939), Abraham (1876-1962), Catharina Elisabeth (1877-1958), Manta (1881-1971), Romelia (1882-1943), Arius (1885-1969) en WijnandWijnand Rutgers van der Loeff (1851-1921) Een zoon van Abraham. Geboren: maandag 27 oktober 1851 te Leiden, Zuid-Holland Overleden: dinsdag 18 oktober 1921 te Zandvoort, Noord-Holland Beroep: Medicinae Doctor Ouders: Abraham Rutgers van der Loeff (1808-1885), Romelia van der Tuuk (1813-1886) van hun reisje naar Hamburg en Helgoland behouden gearriveerd. Vol van het genoegen dat ze op hun uitstap in gezelschap met MichaelMichael Rutgers van der Loeff (1840-1899) Een zoon van Abraham, hij noemt hem zowel "Michael" als "Michaël" (dus met en zonder trema). Geboren: zondag 15 november 1840 te Noordbroek, Midden-Groningen, Groningen Overleden: donderdag 24 augustus 1899 te Groningen, Groningen Beroep: Advocaat en procureur in Veendam (bij oom Marcus), Appingedam en laatstelijk te Groningen, Lid van de Provinciale Staten van Groningen Ouders: Abraham Rutgers van der Loeff (1808-1885), Romelia van der Tuuk (1813-1886) Echtgenote: Gezelina Margaretha van der Loeff (gehuwd 3 augustus 1869) Kinderen: Paulus Adrianus (1870-1949), Romelia (1872-1917), Cornelia Ebelina (1873-1937), Suzanna Maria (1876-1953), Aafjen Sjabbina (1881-1965), Abraham (1882-1961) gemaakt hadden. Aan het wederzijds vertellen kwam geen eind. Bezoek ontvingen van wij van Mevr[ouw] Cardinaal, Jeannette Dikken en Docter Gorter en zijne vrouw. Het weder was schoon maar warm. S avonds eene wandeling in het bosch. Wijnand naar Leiden vertrokken. Dien nacht werden wij verontrust door een dreigend onweder hetwelk wij zooals wij later hoorden, elders veel verwoestingen heeft aangericht.
|