vorige

Index

Dagboek "Het Beleg van Delfzijl"

8 November 1813 - 4 mei 1814
door Pieter Jan Vos


Pagina 38


forward

 

Mei 1814

was, alsmede de noodlottige gevolgen daarvan. Een patrouille, uit 1 officier, Jac. Brontsema, een sergeant-majoor, F.J.Havinga, 1 korporaal U.S.Kock, alle drie inwoners deze vesting, benevens nog twee schutters bestaande, bezig zijnde het veld te ontdekken, tot zelfs onder ’t geschut dezer wallen, doch ’t daglicht hun zeker overvallende, werden zij van deze batterijen ontdekt en dadelijk met kartetschen op dezelve gevuurd, met dat ongelukkig gevolg, dat de korporaal Uile Simons Kock zeer zwaar in de dij gewond werd. Zijne kameraden, die nog gewacht hadden hem op hunne schouders mede te nemen, moesten eindelijk uit hoofde de nabijheid van ’t geschut en kartetschen, welke als hagels rondom hun vielen, dezen ongelukkigen aan zijn lot overlaten. Ten 6 ure haalde men hem alhier binnen en werd in ’t hospitaal gebragt, alwaar hem dezen middag het been, een halve voet boven de knie, werd afgezet. Bij dit alles heeft hij zich zeer standvastig gehouden, verklarende nog, dat ook zijn officier door een kogel aan den arm was gekwetst geworden. - Ten 5 ure dezen morgen was er reeds een Parlementair van Appingedam in Farmsum. Dezen middag vertrokken weder 65 inwoners, zoo van Farmsum als Delfzijl. Ten 3 ure nademiddags gingen van hier uit onder escorte van eenige cavaleristen, de colonel der Zwitsers en de capiteit der Genie Carette, zich begevende naar de molens van den heer Garrelts, alwaar dezelfde tot 6 1/2 uur een mondgesprek met den Generaal Majoor van ’t belegeringscorps de heer Busch van Groningen hielden. Na derzelver terugkomst verspreidden zich alhier aangename berichten, die ons doen hopen, dat wij spoedig uit deze slavernij zullen worden verlost. Hedenavond ging geen Piket als naar gewoonte meer buiten de Waterpoort. Ook werden alle wachten van manschappen verminderd en order gegeven om volstrekt geen schot meer te doen.

3 Dinsdag. Niets voorgevallen.

4 Woensdag. Dezen morgen ten 9 ure was reeds een Parlementair van Appingedam in Farmsum, welke een dépêche aan den commandant bragt en de tijding, dat heden alhier zouden binnen komen de Generaal Majoor, de heer Busch, twee commissarissen uit Parijs, benevens 3 stafofficieren (...)


Gebruik s.v.p. het contactformulier voor vragen en opmerkingen Pagina 40
Scan(s): 41